Zaden en rassen
Landbouwgewassen zijn cultureel erfgoed van de mensheid
Zonder goede rassen is geen landbouw mogelijk. In de loop van de 10.000 jaar landbouwcultuur heeft de mensheid een ongelooflijk rijke cultuurschat opgebouwd. Of het nu gaat om graangewassen of groente, om tarwe of uien, telkens verschijnt er een verbijsterende diversiteit in vormen, kleuren, smaken en wat al niet meer. In hun verscheidenheid roepen ze een diep gevoel van verwondering en respect op. Waarlijk een schat van de mensheid, die verdient om bewaard én verder ontwikkeld te worden. Hoe is het in de praktijk?
Biologische en biodynamische landbouw afhankelijk van conventioneel veredelde rassen.
Dé blinde vlek in de biologische, en in iets geringere mate ook in de biodynamische landbouw, zijn de rassen van granen, groenten en voedergewassen. Hoewel het zaaizaad vaak onder biologische teeltomstandigheden is vermeerderd, geldt dat vrijwel nooit voor de veredeling van die rassen. Ik schat dat zo’n 98 % van alle gebruikte rassen in de biologische landbouw uit conventionele veredeling voortkomt. Daar worden technieken gebruikt die met biologische en zeker met biodynamische principes op gespannen voet staan. Daar is nooit een Skal- controle geweest, omdat het allemaal ‘topsecret’ is. We weten het dus niet. Vanwege deze twee redenen; dubieuze technieken en gebrek aan transparantie (een ongewenst relict uit het verleden), én verder de enorme concentratie van marktmacht van een paar grote zaadconcerns wereldwijd zoals b.v. Rijk Zwaan, Bayer en Limagrain, is dit een ongewenste afhankelijkheid. Daarom is een zelfstandige biologische/biodynamische veredeling noodzakelijk. Het is dus van wezenlijk belang om niet telkens over zaden te spreken, maar over rassen.
Wat is een F1 hybride ras?
Een F1 hybride is een kruising van (twee) inteeltlijnen. Inteeltlijnen ontstaan door bij een vreemdbestuivend gewas afzonderlijke planten te dwingen tot zelfbestuiving. Met de vele inteeltlijnen worden proefkruisingen gemaakt. Een enkele kruising leidt tot een uniforme en sterkgroeiende F1 (Fylius = zoon) nakomelingschap. Die geslaagde kruising wordt dan in het groot herhaald voor de commerciële verkoop. Zou je de F1 verder willen telen, dus tot zaad laten komen, dan blijkt dat die nakomelingen (de F2) die daar uit voortkomen zich chaotisch uitsplitsen. De F1-hybride is een piekmoment; zowel daarvoor (in de inteelt fase) als daarna (nateelt in de F2) is het onbruikbaar, zowel voor de teelt en als voedingsmiddel. Het heeft óf een (inteelt)depressie óf het splitst uit in een chaos. Of beide.
Zaadvaste rassen en biologische landbouw zijn van hetzelfde laken een pak.
Voordat precies een eeuw geleden de F1-hybride rassen hun intrede deden, waren alle rassen zaadvast en heel stabiel over de generaties heen. Deze stabiliteit paren ze aan een beweeglijkheid, een aanpassingsvermogen, doordat ze niet een te rigide uniformiteit, maar een bepaalde bandbreedte in hun eigenschappen hebben. Zaadvaste rassen passen dus perfect in het concept van duurzaamheid, passen perfect in de kernwaarden van de biologische landbouw. Ze zijn eigenlijk beeld van wat landbouw überhaupt behelst.
Het zijn de lichtkrachten die de mens voeden.
In de biodynamische landbouw komt daar nog een aspect bij, de voedingskwaliteit. Dan gaat het hierbij niet alleen om vitaminen, inhoudsstoffen, of het droge stofgehalte, maar om de levenskrachten, de lichtkrachten. Het zijn de krachten die de plant tegen de zwaartekracht in naar het licht doen groeien, die voorkomen dat een levend wezen gaat ontbinden. Zij vormen het etherlichaam; een boven-fysiek weefsel van levens- en vormkrachten.
F1 hybriden zijn chaos in de lichtkrachten.
De hiervoor genoemde chaos in de F2-generatie op fysiek niveau komt niet uit de lucht vallen; in de F1-generatie is deze chaos als potentie al aanwezig, op etherisch niveau dus. Als consument eten we dus chaos als we F1-hybride planten tot ons nemen. F1-hybride rassen zijn intrinsiek chaotisch ! Biologische teeltomstandigheden en of preparaatgebruik in de biodynamische landbouw veranderen dit niet !
F1 hybriden zijn soms steriel
Het gros van alle bio-groenten in het winkelschap zijn dus gangbare rassen, meestal F1- hybriden. In de ecologische landbouw (EU-bio) komt daar nóg iets bij en wel dat bij de koolsoorten en witlof praktisch alle rassen steriel zijn. Ze hebben cytoplasmatische mannelijke steriliteit (cms). Hierbij hebben de stuifmeeldraden geen pollen! Deze planten zijn niet meer in staat om voor nakomelingschap te zorgen, ze zijn immers steriel.
Netwerk van tuinders voor zaadvaste rassen.
Om een concreet alternatief te bieden voor deze dystopische ontwikkeling is in de jaren '80 van de vorige eeuw in Duitsland door biodynamische tuinders een netwerk opgericht voor zowel veredeling van nieuwe groenterassen als de vermeerdering en verkoop van groentezaden: Initiativkreis führ Gemüsesaatgut aus biologisch-dynamischem Anbau. Voor de eerste activiteit is een vereniging opgericht: Kultursaat e.V. , mét ANBI- status (gemeinnützig) Iedereen kan lid worden of een donatie doen. Tien jaar was ik in het bestuur van Kultursaat actief. De tweede organisatie, voor het telen en verhandelen van zaden, is Bingenheimer Saatgut AG (BSAG). In het Nederlands is dat een bv. De aandelen zijn in handen van de tuinders en zijn niet vrij verhandelbaar. Bij de BSAG had ik zes jaar zitting in de adviesraad namens de vermeerderaars (de zogeheten ‘Beirat’). Als actief lid van dit netwerk heb ik een landbouwbedrijf in Nederland opgezet rond het thema rassen en zaden. Broodnodig, want hoewel Nederland wereldwijd leidend is in groentezaden, is het wat de biologische markt betreft een dwerg en is er nagenoeg geen biologische (laat staan biodynamische) veredeling.