Onze natuurlijke wereld; een complexe kosmos
We leven in een wereld die geworden is en die zich uiteindelijk in talloze vormen heeft uitgekristalliseerd. Niet alleen in de minerale substanties, maar ook, in een verschillende gradatie van beweeglijkheid, in levende entiteiten die daar wonen. Deze wereld is onderdeel van een hele kosmos die voortgekomen is uit een oerknal, zo luidt de gangbare theorie over het ontstaan van de aarde en……… (nee, geen hemel, die is er immers niet). Een wereld die zich geleidelijk aan gedifferentieerd zou hebben in de onvoorstelbare rijkdom aan levensvormen zoals we die nu kennen. Niet alleen in de zichtbare gestalten van planten en dieren, die we trouwens nog steeds niet allemaal kennen, zoals in de diepzee, maar ook in het pas vrij recentelijk ontdekte microbioom; dat universum aan bacterieel en viraal leven in en om ons menselijk lichaam, qua aantallen vergelijkbaar met de hoeveelheid eigen lichaamscellen. Dat dit gelaagde complexe leven zich heeft kunnen ontwikkelen uit een dood, niets willend, hotsend-botsend zuiver fysieke materieel bestaan is bijna moeilijker voorstelbaar dan een beeld te maken van een scheppingsproces met een God die met bovenmenselijke wijsheid en liefde actief sturend zich een ‘tegenover’ heeft willen vormen. Ik gebruik hier het begrip complex. Dat is wat anders dan ingewikkeld. Een petro-chemische fabriek, een vliegtuig, of een computer zijn ingewikkeld. Maar al deze (mensgemaakte) dingen zijn in de eerste plaats tot afzonderlijke componenten te analyseren en in de tweede plaats zijn ze, vanwege hun gehoorzaamheid aan fysieke wetmatigheden, allemaal berekenbaar. Levende entiteiten zijn daarentegen niet tot afzonderlijke factoren te herleiden en al helemaal niet berekenbaar. Er is dus niet een gradueel verschil tussen beide begrippen, ingewikkeld en complex, maar het zijn twee verschillende werelden. Het is dit verschil dat mede bijdraagt aan de onvoorstelbaarheid van het idee dat het levende, altijd complexe, uit het dode, op zijn hoogst ingewikkelde, kan zijn voortgekomen. Hoe kun je berekenen dat uit een beukennootje een hele boom kan groeien? Of de ontmoeting tussen de talloze beweeglijke zaadcellen met de enorme ‘rustige’ eicel die in een uren durende dans, het pre-conceptioneel attractie complex (pac), een relatie met elkaar opbouwen die resulteert in een actief zich openen van de eicel om één zaadcel binnen te laten (1). Of hoe één gesproken woord een levensbepalende uitwerking kan hebben voor een medemens? Of hoe een vleugelslag van een vlinder in Japan een orkaan kan veroorzaken in Amerika? Is dat een indicatie dat de aarde ook een levend wezen is? In ieder geval is deze voorbeelden zowel onherleidbaar in afzonderlijke factoren én onberekenbaar. Een knallend vuurwerk mag dan aan het begin staan van een nieuw jaar, maar als begin van de evolutie als oerknal lijkt mij al te plat. Bovendien moet het vuurwerk door een iemand worden afgestoken, waarom niet ook de oerknal?
Het is niet toevallig dat alle vier hierboven genoemde voorbeelden ( beukennootje, eicel/zaadcel, woord en vleugelslag) aan het begin staan van een ontwikkeling; bij het begin van een plantontwikkeling, de ontogenese van een mens, de verdere lotgevallen van een biografie of een cascade van gebeurtenissen die het weer beïnvloeden aan de andere zijde van de wereld. Zij zijn de momenten in de bestaande ordening die de potentie van een vernieuwing in zich dragen en die de oorzaak zijn van het cyclische van al het leven. Het is de overtreffende trap van groeien. Oftewel binnen de bestaande kosmos zijn het de momenten van chaos. Het zijn eigenlijk kleine herhalingen van de grote schepping aan het begin; zij staan aan het begin van iedere cyclus van al het levende en zijn daarmee een essentieel gebeuren van al het levende überhaupt. Deze cycli kunnen heel klein en kortstondig zijn, bijvoorbeeld bij een madeliefje, maar ook extreem groot en buitengewoon traag verlopen, zoals de vernieuwing van alle oceaanbodems (2).
Wat betekent het begrip chaos eigenlijk? En waarom heeft het zo’n grote betekenis voor niet alleen het begin, maar ook de voortgang van de schepping?
Chaos
In het Van Dale woordenboek staan bij de omschrijving van chaos meerdere (3) betekenissen. De tweede, en meest gebruikelijke, betekenis is ‘warboel’ of ‘de algehele toestand van verwardheid’.
Deze betekenis is de meest pragmatische, je kunt het voor je zien in het leven van alledag. Het is een zootje.
De eerste betekenis , en voor de hierboven genoemde samenhang bijzonder treffend, is: ‘staat van ongeordendheid, syn. baaierd: de chaos voor de schepping’. Het is afkomstig uit de Hebreeuwse mythologie en wordt ook de fase van tohoe wa bohoe genoemd, de fase waarin nog niets is gevormd. Het gaat om potentie, iets wat in de lucht hangt, het nieuwe komt er aan, maar het is er nog (net) niet.
In de landbouwcursus van Rudolf Steiner die het ontstaansmoment vormde van de biodynamische landbouw, in 1924, spreekt hij enkele malen over de chaos (4), telkens in verband met de zaadvorming bij de planten.
Zaden
Echter, reeds in 1907 geeft Rudolf Steiner een voordracht met als titel: “Symbole und Zeichen als Wirkungen des Chaos”. (vertaling RG: “Symbolen en tekens als uitingen van de chaos”). Hij beschrijft de chaostoestand met de woorden: “…..des Chaos, das den Samen aller Dingen enthält” (5). De chaos zit niet ín de zaden, maar er omheen, of in een tijdsperspectief geplaatst; het gaat er aan vooraf. (6) De zaden zijn te beschouwen als het stoffelijke voertuig van het nieuwe begin. De bloeifase, waarin de bestuiving plaatsvindt, gaat daaraan vooraf. Dat is de chaosfase, het is de toestand vóór het begin.
Woord
Behalve de bestuiving bij planten noemt Steiner een ander, heel opmerkelijk, voorbeeld in dezelfde voordracht: historische persoonlijkheden als Goethe, Schiller, Lessing en Schelling die de Duitse taal ‘bestoven’ hebben met nieuw proza en nieuwe poëzie. Zij zijn de chaoten, om het maar eens op een oneerbiedig klinkende manier te zeggen, die een substantiële taalkundige vernieuwing hebben gebracht. Zij zijn medeschepper van de Duitse taal, de kosmos van waaruit de gewone leraar Duits kan putten voor zijn werk.
Gelijkenis
Twee voorbeelden van chaos, een plantaardig-biologische en een menselijk-literaire, beide zijn het ontstaansmomenten van iets werkelijk nieuws. Niet eenmalig bij de schepping van hemel en aarde, maar ook nu nog bij de verdere voortgang van de schepping.
Voor mij is verder heel betekenisvol dat Steiner juist hier opnieuw zaad en woord bij elkaar brengt, zoals dat in de bijbel ook gebeurt bij de Gelijkenis van de zaaier (7).
Op het eind van de chaos-voordracht is een tekening die hieronder staat. Die verbeeldt het chaos moment.
In de tekening is sprake van een hohl-Ich en een substanzielle Ich (vertaling RG: holte-ik en substantiële ik). Het holte-ik zie ik als het reeds bestaande en het substantiële-ik beschouw ik als de vernieuwingsimpuls. Voorbeelden daarvan zijn: zoals reeds genoemd; de bestuiving bij een plant. Of ook; een ei in een vogelnestje. Trouwens het woord ‘bebrüten’ (vertaling RG: bebroeden) komt in de tekst verscheidene malen voor. Maar je zou het ook op een mentaal niveau kunnen zien; bijvoorbeeld een mens die innerlijk ergens intensief mee bezig is: je vormt dan als het ware een schaal. Plotsklaps krijg je inval: iets substantieel nieuws komt binnen. Iets dat nog nooit door enig mens daarvoor gezien is, treedt binnen en zo breidt zich de menselijke cultuur uit. Allemaal ontvangen uit de goddelijk-geestelijke wereld der ideeën.
Noten
1. Zie embryo.nl, de website van Jaap van der Wal, emeritus embryoloog en patholoog-anatoom aan de universiteit van Maastricht.
2. In alle grote oceanen ligt een doorlopende middenrug die vulkanisch actief is en voortdurend vloeibare lava uit de diepe aarde van weerszijden doet uitvloeien. Dat maakt dat alle oceaanbodems geologisch gezien heel jong zijn, allemaal basalt. De zeebodems bewegen in richting van de continenten om vervolgens vlakbij de continenten de diepte in te duiken. Op grote diepte onder de continentale platen wordt het gestolde basalt wederom vloeibaar.
3. Opmerkelijk genoeg niet bij de digitale uitgave, daar staat alleen de hier als eerste genoemde betekenis; ‘warboel’
4. Vanuit de eerste betekenis bekeken is de gehele landbouwcursus op zijn beurt ook een chaosmoment; immers de biodynamische landbouw is een vernieuwingsimpuls: de kosmos van de destijds bestaande landbouw wordt door een radicaal nieuwe impuls ‘bestoven’.
5. Voordracht gehouden op 19 Oktober 1907 in Berlijn. GA 284. Het aspect van de chaos dat…. ‘het alle zaden van de dingen omvat’, wordt in deze voordracht 4 keer uitgesproken.
6. Wolfgang Schaumann constateerde dat ook al in zijn boekje ‘Rudolf Steiners Kurs für Landwirte, eine Einführung’ (1996) …..’dass Chaos im Samen mit Chaos in weitetsten Umkreis der Welt zusammenwirken müssen, und dass daraus die wunderbar geordneten Strukturen eines Samen und nicht nur wieder Chaos entsteht’. (vertaling RG: ….’dat de chaos in het zaad en chaos uit de verste omgeving van de wereld met elkaar moeten samenwerken en daaruit ontstaan de wonderlijk geordende structuren in een zaadje en niet opnieuw chaos’.)
7. Zie mijn blog: ‘De mens in het midden, de mens als bemiddelaar’.
Reactie plaatsen
Reacties